dinsdag 27 november 2007

blauwzwart

het stille water,
't kabbelt, 't stroomt rustig, onbezorgd,
nee, niet nadenken, nee!
nadenken is niet goed.
't Maakt je moe, niet doen!
Genieten, luisteren, fluisteren.
vertellen aan de vogels dat ik hunker naar dat ene stemgeluid dat ik nooit meer wil horen,
of toch wel? toch, misschien?
dat ze 't maar niet doorvertellen!
te laat, m'n woorden zijn al vertrokken, net zoals elke druppel water die voorbij slentert,
net zoals elke seconde die wegdrijft.
In m'n hoofd keer ik de stroming om,
ik reis terug,
dagen, weken, maanden...
Net zolang tot ik niet meer kan, bijna verdrink, en alles weer omdraai.

Slapen, dromen, en weer wakker worden wanneer de zon me vindt...
Kabbelend, stilletjes, stromend,
koud aan m'n vingers, warm aan m'n gedachten.
Het mooie water, waarvan het geluid me ver weg brengt,
naar waar niets echt bestaat...

donderdag 22 november 2007

zinvol

zinloos,
als een voetballer alleen op een voetbalvelddie scoort,
als aan een touw trekken terwijl er niemand aan de andere kant terugtrekt,
als ruzie maken om niets,
als wachten op iets wat niet komt,
als dromen over wat nooit kan.

maandag 12 november 2007

pijnloos

wat mooi om waar te zijn ben jij,
overschoon kind onder de felle maan.
'k Kan 't niet vertellen,
geen taal rijk genoeg aan woorden,
Geen boek waarin jouw geheimen geschreven staan.
Kom, en schijn fluisterend bij me binnen,
zo fel, dat ik wegsmelt in je zoete lichtstralen,
zo hevig, dat ik verdamp en zachtjes naar je hoofd stijg,
waar ik stilletjes in al wat mooi was, wil verdwalen.
Maar zoek me,
zoek me als je denkt iets kwijt te zijn,
of vergeet me,
en maak van me je grootste ongeschreven geheim.

pure jeugdnostalgie :)

Snoepen (jan Boerstoel)


Negen meter veterdrop,
drieëntwintig toverballen,
kauwgum waar je mee kan knallen.
Kun je nog een toeffie op?
Of een stukje suikergoed?
Jongens, wat een overvloed!
Snoepen, snoepen, snoepen, snoepen,
lekker veel en lekker zoet.

"Kind, je moet ni zoveel snoepen!"
zucht je tante Willemijn
en dan neemt ze een slokje
van haar glaasje brandewijn.
Want dat hééft je lieve tante
als het over snoepen gaat,
na een borreltje of drie dan
krijgt ze last van goede raad.

Negen meter veterdrop,
drieëntwintig toverballen,
kauwgum waar je mee kan knallen.
Kun je nog een toeffie op?
Of een stukje suikergoed?
Jongens, wat een overvloed!
Snoepen, snoepen, snoepen, snoepen,
lekker veel en lekker zoet.

"Kindje, denk toch om je tanden!"
roept je wijze oom Johan
en draait hij nog eens een sjekkie,
want daar hoest hij lekker van.
Wat voor kinderen gezond is
weet oom Johan precies.
Reuze jammer, dat hij zelf zich
nooit eens houdt aan zo'n advies.

Negen meter veterdrop,
drieëntwintig toverballen,
kauwgum waar je mee kan knallen.
Kun je nog een toeffie op?
Of een stukje suikergoed?
Jongens, wat een overvloed!
Snoepen, snoepen, snoepen, snoepen,
lekker veel en lekker zoet.

vrijdag 9 november 2007

Zeg me waar je bent, en verander m'n leven zodat ik van het jouwe het mooiste kan maken.

zwart

Zwart, als ik aan je denk.
Zwart, wanneer ik 's avonds alleen vertrek naar de andere kant van de wereld
Zwart, als ik terug wakker word.
In het kolkende licht,
in een massa van vuur,
In een vloed van water,
in een zee van liefde.
daar leefde hij,
hij die twijfelend om zich heen kijkt.
En in de donkere nacht,
het meisje haastig ziet voorbijlopen.
hij die z'n laatste krachten bij elkaar bundelt,
en waarschijnlijk niet meer denkt aan morgen.

woensdag 7 november 2007

Mocht je me vergeten (pablo Neruda)

Mocht je me vergeten
wil ik dat
je één ding weet:

Als ik kijk naar de kristalmaan,
de rode tak van trage herfst
bij mijn raam,
als ik, bij het vuur gezeten,
de ongrijpbare as neem
of rimpelig lijf van brandhout,
weet je,
dat alles mij tot jou voert,
alsof alles wat bestaat,
geuren, licht, metalen,
scheepjes zijn die varen
naar jou eilanden
die me verwachten.

Welnu dan,
als beetje bij beetje
jouw liefde voor mij minder wordt,
zal beetje bij beetje
mijn liefde voor jou minder worden.

Als je me plotseling vergeet,
zoek me niet,
want ik zal je reeds vergeten zijn.

Als je de wind van vlaggen
die door mijn leven waait
waanzinnig en lang vindt,
en je besluit
me aan de oever te laten
van het hart waarin ik wortel
bedenk
dat op die dag, op dat uur,
ik mijn armen op zal heffen,
dat mijn wortels naar buiten komen
om andere grond te zoeken.

Maar als je dag na dag,
uur na uur, voelt
- onverzoenlijk lief -
dat je voor mij bestemd bent,
als, dag na dag, een bloem
aan je lippen ontstijgt
om mij te zoeken,
ach dan, allerliefste,
komt dat vuur weer in mij op,
in mij blust niets
of wordt vergeten,
mijn liefde voedt zich
aan jouw liefde:

zolang je leeft
zal mijn liefde
in jouw armen zijn
zonder mijn armen
te verlaten.