Achter mij valt de zware deur, die al op een kier stond, met een luide klap dicht...
Stilte,
Geen geluid, geen licht,
donker.
Druppels spartelen, om daarna machteloos zachtjes naar beneden te dwarrelen.
Wat verwelkte woorden die hun weg zoeken,
kleine onzichtbare wezens die voelbaar knagend m'n hele hoofd inpalmen.
Ik wil weg,
misschien terug achteruit.
Maar de sleutel past niet meer op het slot naar wat onverbiddelijk mooi was.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
weer zo'n mooi schrijfsel(tje)
Een reactie posten